|
|
Liturgie eerste Adventszondag 27 november 2022
Liturgie eerste Adventszondag 27 november 2022
ORGELSPEL
WELKOM EN MEDEDELINGEN
De kaarsen worden aangestoken door de ouderling van dienst en een lantaarntje door een kind.
In geval van overlijden wordt de naam van de overledene afgekondigd door de ouderling van dienst en wordt een hartje naar de stiltehoek gebracht.
Lied 961: Niemand leeft voor zichzelf
Lied: 755
1 Toch overwint eens de genade,
en maakt een einde aan de nacht.
Dan onderwerpt de Heer het kwade,
dan is de strijd des doods volbracht.
De wereld treedt in ’s Vaders licht,
verheerlijkt voor zijn aangezicht.
2 O welk een vreugde zal het wezen,
als Hem elk volk is toegedaan.
Uit aarde en hemel opgerezen,
vangt dan het nieuwe loflied aan,
als ieder voor de Heer zich buigt
en aller stem Gods lof getuigt.
EEN MOMENT VAN STILTE
BEMOEDIGING EN GROET
V: Onze hulp is in de Naam van de Heer,
G: DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT,
V: die trouw blijft tot in eeuwigheid
G: EN NOOIT LOSLAAT WAT ZIJN HAND BEGON.
V: Genade, barmhartigheid en vrede zij U van God onze Vader van Jezus Christus de Heer en van de Heilige Geest.
G: AMEN
Aansteken van adventslicht met bij behorend lied:
'Vier kleine kaarsjes'
GEBED OM ONTFERMING
Lied 834
1 Vernieuw Gij mij, o eeuwig licht!
God, laat mij voor uw aangezicht,
geheel van U vervuld en rein,
naar lijf en ziel herboren zijn.
2 Schep, God, een nieuwe geest in mij,
een geest van licht, zo klaar als Gij;
dan doe ik vrolijk wat Gij vraagt
en ga de weg die U behaagt.
3 Wees Gij de zon van mijn bestaan,
dan kan ik veilig verder gaan,
tot ik U zie, o eeuwig licht,
van aangezicht tot aangezicht.
GEBED
EERSTE LEZING Psalm 126
Lied 766: 1 en 3
1 Ik zag een nieuwe hemel zich verheffen,
een nieuwe aarde ontstond
om het geheim des levens te beseffen,
niet meer in zee gegrond.
Ik zag een stad verblindend naderkomen,
een middelpunt van feest,
Jeruzalem, zoals het in Gods dromen
vanouds moet zijn geweest.
3 De koning die zijn troon heeft in den hoge,
houdt bij de mensen hof
en alle tranen zal Hij van hun ogen
afwissen tot zijn lof.
Er zal geen rouw, er zal geen dood meer wezen,
nergens verdriet meer zijn,
de eerste dingen werden uitgewezen,
voorbij ging alle pijn.
TWEEDE LEZING Openbaringen 21: 1 t/m 6 en 22 t/m 25
Lied: 769: 1, 5 en 6
1 Eens, als de bazuinen klinken,
uit de hoogte, links en rechts,
duizend stemmen ons omringen,
ja en amen wordt gezegd,
rest er niets meer dan te zingen, –
Heer, dan is uw pleit beslecht.
5 Mensen, kom uw lot te boven,
wacht na dit een ander uur,
gij moet op het wonder hopen
dat gij oplaait als een vuur,
want de Geest zal ons bestoken,
nieuw wordt alle creatuur.
6 Van die dag kan niemand weten,
maar het woord drijft aan tot spoed,
zouden wij niet haastig eten,
gaandeweg Hem tegemoet,
Jezus Christus, gisteren, heden,
komt voor eens en komt voor goed!
Overdenking
ORGELSPEL
Lied 362: 1 en 2
1 Hij die gesproken heeft een woord dat gáát,
een tocht door de woestijn, een weg ten leven,
een spoor van licht dat als een handschrift staat
tegen de zwartste hemel aangeschreven:
Hij schept ons hier een nieuwe dageraad,
Hij roept ons aan: ‘Ik zal jou niet begeven’.
2 Hij die ons in zijn dienstwerk heeft gewild,
die het gewaagd heeft onze hand te vragen;
die ons uit angst en doem heeft weggetild
en ons tot hier op handen heeft gedragen;
Hij die verlangen wekt, verlangen stilt –
vrees niet, Hij gaat met ons, een weg van dagen.
GEBEDEN Voorbeden
Stil gebed
ONZE VADER Oecumenische versie:
Onze Vader die in de hemel is,
Uw naam worde geheiligd,
Uw koninkrijk kome,
Uw wil geschiede
Op aarde zoals in de hemel,
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij onze schuldenaars vergeven.
En leid ons niet in verzoeking.
maar verlos ons van het boze,
want van U is het Koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid
in eeuwigheid, Amen
Slotlied: 753
1 Er is een land van louter licht
waar heiligen heersers zijn.
Nooit gaat de gouden dag daar dicht
in duisternis of pijn.
2 Daar is het altijd lentetijd,
in bloei staat elke plant.
Alleen de smalle doodszee scheidt
ons van dat zalig land.
3 Men ziet het veld aan de overkant
in groene luister staan,
als Israël ’t beloofde land
zag over de Jordaan.
4 Maar ach de stervelingen staan
hier huiverend terzij,
en durven niet op weg te gaan,
het duister niet voorbij.
5 Hing niet het wolkendek zo zwart
van twijfel om ons heen,
wij zouden ’t land zien van ons hart,
dat ’t hemels licht bescheen.
6 God, laat ons staan als Mozes hier
hoog in uw zonneschijn,
en geen Jordaan, geen doodsrivier
zal scheiding voor ons zijn.
ZEGEN EN ZENDING
Afgesloten met Lied 431b
A ----- men
ORGELSPEL
| terug
|
|
|
|
|
|