|
|
liturgie 5 december 2021
liturgie 5 december 2021
Ds. Fini van Zoelen, voorganger
zangers van de Cantorij
Gert Oldenbeuving, orgel
Riek Linde, lector
Voor aanvang van de dienst: ‘Nun komm der Heiden Heiland’ – J.S. Bach- orgel
WELKOM EN MEDEDELINGEN
De kaarsen worden aangestoken door de ouderling van dienst en een lantaarntje door een kind.
In geval van overlijden wordt de naam van de overledene afgekondigd door de ouderling van dienst en wordt een hartje naar de stiltehoek gebracht. lied 961: Niemand leeft voor zichzelf
Lied van de intocht: Psalm 24: 1 en 4
1 De aarde en haar volheid zijn
des Heren koninklijk domein,
de wereld en die daarin wonen.
Het land rijst uit de oceaan,
rivieren breken zich ruim baan
om Gods volmaakte macht te tonen.
4 Gij poorten, hef uw hoofd omhoog,
aloude deur, maak wijd uw boog,
laat uw verheven koning binnen.
Wie is die vorst zo groot in eer,
die sterke held? Het is de Heer,
die alle macht kan overwinnen.
EEN MOMENT VAN STILTE
BEMOEDIGING EN GROET
V: Onze hulp is in de Naam van de Heer,
G: DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT,
V: die trouw blijft tot in eeuwigheid
G: EN NOOIT LOSLAAT WAT ZIJN HAND BEGON.
V: Genade, barmhartigheid en vrede zij U van God onze Vader van Jezus Christus de Heer en van de Heilige Geest.
G: AMEN
Kinderen gaan naar hun eigen ruimte voor het adventsproject
GEBED OM ONTFERMING
Afgesloten met:
V: Heer, ontferm U, Christus, ontferm U,
G: HEER, ONTFERM U OVER ONS. AMEN
Lied 439: 1,2 en 4 ( vers 2 cantorij )
Allen
1 Verwacht de komst des Heren,
o mens, bereid u voor:
reeds breekt in deze wereld
het licht des hemels door.
Nu komt de Vorst op aard,
die God zijn volk zou geven;
ons heil, ons eigen leven
vraagt toegang tot ons hart.
Cantorij
2 Bereid dan voor zijn voeten
de weg die Hij zal gaan;
wilt gij uw Heer ontmoeten,
zo maak voor Hem ruim baan.
Hij komt, – bekeer u nu,
verhoog de dalen, effen
de hoogten die zich heffen
tussen uw Heer en u.
Allen
4 O Jezus, maak mij arme
in deze heilige tijd
uit goedheid en erbarmen
zelf voor uw komst bereid.
Laat dit bestaan uw stal,
dit hart uw kribbe wezen,
opdat nu en na dezen
ik U lofzingen zal.
RONDOM HET WOORD
GEBED VAN DE ZONDAG
EERSTE LEZING Jesaja 2: 2 - 4
Lied 466: 1,3,4,5 ( vers 3 cantorij )
1 O wijsheid, daal als vruchtbare taal!
Het zaad verdort, de oogst wordt schraal,
op aarde plant het kwaad zich voort,
de waanzin voert het hoogste woord.
O kom, o kom, Emmanuël!
Verblijd uw volk, uw Israël!
Cantorij
3 Ja kom, Gij wortel Isai,
verlos ons van de tirannie,
van alle goden dezer eeuw,
o herder, sla de boze leeuw!
O kom, o kom, Emmanuël!
Verblijd uw volk, uw Israël!
4 Ontsluit, Gij die de sleutel zijt,
die opendoet en niemand sluit,
het huis van dood en duisternis
waarin uw volk gekluisterd is!
O kom, o kom, Emmanuël!
Verblijd uw volk, uw Israël!
5 Daag op, o grote dageraad,
licht aan, wij zijn ten einde raad,
verjaag de nacht van onze nood
en maak uw toekomst rozerood!
O kom, o kom, Emmanuël!
Verblijd uw volk, uw Israël!
TWEEDE LEZING Lucas 1: 26 - 38
U komt de lof toe, U het gezang,
U alle glorie, o Vader, o Zoon, o Heilige Geest
in alle eeuwen der eeuwen. (339a)
Wij gaan weer zitten
VERKONDIGING
Orgelspel: ‘Meine Seele erhebet den Herrn’ – uit de Schüblerkoralen van J.S. Bach
GEBEDEN EN GAVEN
Voorbeden - acclamatie nr. 367b
Heer, onze Heer, ontferm u over ons.
Stil gebed
MAALTIJD VAN DE HEER
Tijdens het zingen van lied 384
worden brood en wijn binnengebracht
Allen
1 Als koning opgetreden
en heerser van ’t heelal,
wees dan, o Heer, aanbeden
met liederen overal!
Cantorij
2 De lichten zijn ontstoken,
de liefde wordt gevierd,
het leven is ontloken,
de bruid heeft zich versierd,
Vrouwen
3 zo blakende van minne
in alle waardigheid:
het smetteloze linnen
van de rechtvaardigheid,
Mannen
4 het ongerepte leven
gaat blinkende gekleed:
gewaden saamgeweven
uit daden die men deed.
Orgel
5 De bruiloft is gekomen,
de tafel aangericht,
vergeten zijn de dromen,
gedaan is het gericht.
Mannen
6 En wat is ons geboden
aan deze blanke dis?
Die zelf het brood der broden,
de wijn der ranken is.
Vrouwen
7 Hoe zalig die zich laven,
van vreugde dronken zijn!
Hij is de overgave,
Hij wil geschonken zijn.
Cantorij
8 Hij is de wijn, de zoete
die nimmermeer verschaalt,
het lam dat voor ons boette
en dat nu zegepraalt.
Allen
9 O land van melk en honing,
o water dat ons wast!
Zo laat er in zijn woning
vrolijk zijn toegetast!
Geloofsbelijdenis Nicea (gesproken)
Tafelgebed: 403e
Breng dank aan God, want Hij is goed.
Zijn liefde duurt in eeuwigheid.
Gezegend Gij, machtige Gód,
om het licht van deze dag,
om het léven uit uw hánd,
om de líefde ons gegéven.
Gezegend Gij, machtige God.
Gezegend Gij, eeuwige Gód,
om de werken die Gij doet,
om de rédding ons gebrácht,
om uw wóord dat richting wíjst.
Gezegend Gij, eeuwige God.
Gezegend Gij, heilige Gód,
om de mens naar uw hart,
uw Zóon tot ons gezónden,
Jezus Chrístus, onze Heíland,
Gezegend Gij, heilige God.
Die op de avond voor zijn líjden
het brood genomen heeft, gebroken,
en het déelde met zijn vríenden:
‘Neem en éet, mijn lichaam voor ú.’
Wij danken U, God van ons heil.
Die de beker heeft genómen
en hem deelde met zijn vrienden:
‘Het nieuwe verbónd in mijn blóed,
vergoten tot vergéving en verzóening.’
Wij danken U, God van ons heil.
Gezegend Gij, omwille van Hém
die wij hier en nu gedenken
met dit bróod en deze béker.
Zend uw Géest, kom in ons mídden.
Zend uw Geest, kom in ons midden.
Bind ons samen tot één líchaam
dat zindert van leven en geestkracht,
met handen die geréchtigheid dóen
en voeten die gaan op de wég van de vréde.
Maak ons één, doe ons herleven.
Zo loven en zegenen wij Ú
met allen in hemel en op aarde,
want Hij is onze rédder en bevríjder,
Jezus Christus, uw Zóon en onze Héer.
Aan U de eer, de macht, de glorie.
ONZE VADER
Onze Vader die in de hemel is,
Uw naam worde geheiligd,
Uw koninkrijk kome,
Uw wil geschiede
Op aarde zoals in de hemel,
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij onze schuldenaars vergeven.
En leidt ons niet in verzoeking.
maar verlos ons van het boze,
want van U is het Koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid
in eeuwigheid, Amen
Vredegroet
Gemeenschap van brood en wijn – orgelspel: ‘Christus, der ist mein Leven’ – J. Pachelbel
Dankzegging
Cantorij slotlied: lied 433
1 Kom tot ons, de wereld wacht,
Heiland, kom in onze nacht,
licht dat in de nacht begint,
kind van God, Maria's kind.
2 Kind dat uit uw kamer klein
als des hemels zonneschijn
op de aarde wordt gesteld,
gaat uw weg zoals een held.
3 Gij daalt van de Vader neer
tot de Vader keert Gij weer,
die de hel zijt doorgegaan
en hemelwaarts opgestaan.
4 Uw kribbe blinkt in de nacht
met een ongekende pracht.
Het geloof leeft in dat licht
waarvoor al het duister zwicht.
5 Lof zij God in ’t hemelrijk,
Vader, Zoon en Geest gelijk,
nu en overal altijd,
nu en tot in eeuwigheid.
Zegen
Vanwege de datum van 5 december speelt de organist Lied 745 – een lied over st. Nicolaas
Aan de uitgangen vindt u gelegenheid uw gaven te geven.
| terug
|
|
|
|
|
|