|
|
Liturgie oecumenische viering St Willibrorduskerk
Liturgie oecumenische viering St Willibrorduskerk
Oecumenische Dienst op 7 nov. 2021
Sint Willibrordkerk Steenderen
Thema: Dankdag voor gewas en arbeid
Voorgangers: Maria Schotman en ds. Hubertien Oostdijk
m.m.v. gemengd koor van de Willibrordusparochie
Welkom en mededelingen
Openingslied: Liedboek 276 Zomaar een dak
1 Zomaar een dak boven wat hoofden,
deur die naar stilte open staat.
Muren van huid, ramen als ogen,
speurend naar hoop en dageraad.
Huis dat een levend lichaam wordt
als wij er binnen gaan
om recht voor God te staan.
2 Woorden van ver, vallende sterren,
vonken verleden hier gezaaid.
Namen voor Hem, dromen, signalen
diep uit de wereld aangewaaid.
Monden van aarde horen en zien,
onthouden, spreken voort
Gods vrij en lichtend woord.
3 Tafel van Een, brood om te weten
dat wij elkaar gegeven zijn.
Wonder van God, mensen in vrede,
oud en vergeten nieuw geheim.
Breken en delen, zijn wat niet kan,
doen wat ondenkbaar is,
dood en verrijzenis.
Groet en bemoediging
Kyriegebed
Glorialied: Liedboek 304: Zing van de Vader
1 Zing van de Vader die in den beginne
de mensen schiep, de dieren en de dingen:
hemel en aarde wil zijn naam bezingen:
houd Hem in ere!
2 Zing van de Zoon, het licht voor onze ogen,
bron van geluk voor wie Hem wil geloven:
luister naar Hem het woord van alzo hoge:
houd Hem in ere!
3 Zing van de Geest, de adem van het leven,
duurzame kracht die mensen wordt gegeven.
Waar wij ook gaan, wij hebben niets te vrezen:
houd Hem in ere!
Gebed
Lezen: Genesis 1, 26-31; 2, 1-3.
Tussenzang: Lied 979: De vogels in de bomen 1-4-7-11-14
1 De vogels van de bomen
die lopen door de lucht
als vederlichte dromen,
zij wonen in het licht.
4 De grandioze bloemen,
de bloemen bij de vleet,
met schitterende kronen,
als koningen gekleed,
7 De vogels die daar vliegen,
zij geven hoog van God
zij geven van de liefde
van God de Vader op!
11 Want God is al hun leven,
zij komen niet te kort,
al bloeien ze maar even
en morgen reeds verdord.
14 God immers houdt de aarde
wat leeft in staat en stand.
Hij zal ook ons bewaren,
wij eten uit zijn hand.
Evangelielezing: Marcus 4, 26-34 (NBV)
Lied 923: Wil je wel geloven
1 Wil je wel geloven dat het groeien gaat,
klein en ongelooflijk als een mosterdzaad,
dat je had verborgen in de zwarte grond,
en waaruit een grote
boom ontstond.
2 Wil je wel geloven het begin is klein,
maar het zal een wonder boven wonder zijn
als je het gaat wagen met Gods woord alleen;
dan gebeuren wonderen
om je heen.
3 Wil je wel geloven dat je vrede wint,
als je vol vertrouwen leeft, zoals een kind.
Als je een geloof hebt als een mosterdzaad,
groeit de liefde uit
boven de haat.
Verkondiging
Liedboek 981: Zolang er mensen zijn op aarde
1 Zolang er mensen zijn op aarde,
zolang de aarde vruchten geeft,
zolang zijt Gij ons aller Vader,
wij danken U voor al wat leeft.
2 Zolang de mensen woorden spreken,
zolang wij voor elkaar bestaan,
zolang zult Gij ons niet ontbreken,
wij danken U in Jezus’ naam.
3 Gij voedt de vogels in de bomen,
Gij kleedt de bloemen op het veld,
o Heer, Gij zijt mijn onderkomen
en al mijn dagen zijn geteld.
4 Gij zijt ons licht, ons eeuwig leven,
Gij redt de wereld van de dood.
Gij hebt uw Zoon aan ons gegeven,
zijn lichaam is het levend brood.
5 Daarom moet alles U aanbidden,
uw liefde heeft het voortgebracht,
Vader, Gijzelf zijt in ons midden,
o Heer, wij zijn van uw geslacht.
Geloofsbelijdenis
Ik geloof in God die naar ons luistert
en die ons zijn liefde geeft; die ons bevrijden zal.
Ik geloof in Jezus Christus,
die mens was, net als wij,
die niemand in de kou liet staan,
die oog had voor kwetsbare mensen.
Ik geloof in de heilige Geest,
die ons bezielt,
die uit is op eenheid
en die telkens weer nieuw maakt.
Ik geloof in de mensen om mij heen,
dat zij goed en waardevol zijn,
dat zij zoeken naar geluk,
dat zij door U, God, bemind worden.
Ik geloof in mijn eigen leven;
dat U mij leidt en dat U steeds toekomst geeft.
Ik geloof dat U ons het leven hebt gegeven,
dat sterker is dan de dood.
Gebeden
Onze Vader
Onze Vader die in de hemel is,
Uw naam worde geheiligd,
Uw koninkrijk kome,
Uw wil geschiede
Op aarde zoals in de hemel,
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij onze schuldenaars vergeven.
En leidt ons niet in verzoeking.
maar verlos ons van het boze,
want van U is het Koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid
in eeuwigheid,
Amen
Gedicht
Gedicht over de toestand van de schepping in deze tijd.
Na twintig eeuwen bekeek God zijn wereld.
Hij glimlachte en keek vol trots naar zijn kunnen.
De éérste dag bekeek Hij het licht en het duister.
Overdag was het donker door de wreedheid van de mens.
’s Nachts scheen overal het licht.
De mens was rusteloos.
God keek ernstig naar de tweede dag. Hij bekeek de hemel.
Zag dat het zwart was van regenwolken, de tranen van de mens.
God zuchtte en bekeek de derde dag. Hij zag de zee en de planten erin.
Hij zag hoe de mens het water vervuilde. De vissen het leven ontnam.
Hij zuchtte diep en hoopte op een betere vierde dag.
Hij bekeek de zon, maan en sterren. Hij ontdekte raketten die probeerden de maan in dienst van de oorlog te stellen.
God kreunde en hoopte op de vijfde dag. Hij bekeek de natuur. Vogels en planten. Hij zag vliegtuigen. Ze vernielden de rust en brachten verwoestingen aan.
Hij was angstig voor de zesde dag.
Hij zag de mens – Zijn evenbeeld- bezig met atoom om de wereld te verwoesten.
Hij zag Afghanistan en Palestina, en nog veel meer landen die geen vrede kennen. Hij zag honger, vluchtelingen en discriminatie.
Hij zag dat het toch niet goed was en kon op de zevende dag niet rusten.
Slotlied: 704 Dankt, dankt nu allen God
1 Dank, dank nu allen God
met hart en mond en handen,
die grote dingen doet
hier en in alle landen,
die ons van kindsbeen aan,
ja, van de moederschoot,
zijn vaderlijke hand
en trouwe liefde bood.
2 Die eeuwig rijke God
moge ons reeds in dit leven
een vrij en vrolijk hart
en milde vrede geven.
Die uit genade ons
behoudt te allen tijd,
is hier en overal
een helper die bevrijdt.
3 Lof, eer en prijs zij God,
die troont in ’t licht daarboven.
Hem, Vader, Zoon en Geest,
moet heel de schepping loven.
Van Hem, de ene Heer,
gaf het verleden blijk,
het heden zingt zijn eer,
de toekomst is zijn rijk.
Zegen
| terug
|
|
|
|
|
|