|
|
liturgie 13 februari 2022
liturgie 13 februari 2022
Voorganger is ds. Hubertien Oostdijk
We vieren het Heilig Avondmaal
ORGELSPEL
WELKOM EN MEDEDELINGEN
De kaarsen worden aangestoken door de ouderling van dienst en een lantaarntje door een kind.
In geval van overlijden wordt de naam van de overledene afgekondigd door de ouderling van dienst en wordt een hartje naar de stiltehoek gebracht.
Zingen: lied 961: Niemand leeft voor zichzelf
ZINGEN 288 ‘Goedemorgen, welkom allemaal’
1 Goedemorgen, welkom allemaal,
ik met mijn en jij met jouw verhaal,
lachen, huilen, vrolijkheid en pijn,
alles mag er zijn!
God, ik vraag U, kom in onze kring.
Wees erbij wanneer ik bid en zing.
Ik met mijn en U met uw verhaal
verteld in mensentaal.
EEN MOMENT VAN STILTE
BEMOEDIGING EN GROET
V: Onze hulp is in de Naam van de Heer,
G: DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT,
V: die trouw blijft tot in eeuwigheid
G: EN NOOIT LOSLAAT WAT ZIJN HAND BEGON.
V: Genade, barmhartigheid en vrede zij U van God onze Vader van Jezus Christus de Heer en van de Heilige Geest.
G: AMEN
AANDACHT VOOR DE KINDEREN
(kinderen naar de kinderdienst)
Kyriegebed
Afgesloten met: 301a
Kyrie eleison Christe eleison Kyrie eleison.
ZINGEN Glorialied 145: 1 en 2
1 O Heer, mijn God, Gij koning van ’t heelal,
ik wil uw naam verheffen boven al.
Van dag tot dag roem ik uw majesteit,
ik zegen U voor eeuwig en altijd.
Groot is de Heer, zijn grootheid zij geprezen,
groot is zijn naam, zijn ondoorgrondelijk wezen.
Van mond tot mond gaan uw geduchte daden,
van eeuw tot eeuw slaat men uw werken gade.
2 Ik zal getuigen van uw heerlijk licht,
van al de wonderen die Gij hebt verricht,
opdat men alom spreke van uw kracht,
en roeme in uw overwinningsmacht.
Uw grootheid, Heer, gaat boven mijn begrippen,
uw goedheid, Heer, is altijd op mijn lippen
en juichend zal men overal bezingen
uw recht, o Heer, uw trouw aan stervelingen.
GEBED VAN DE ZONDAG
EERSTE LEZING Deuteronomium 30: 15 - 20
ZINGEN 537: 1,2 en 4
1 Zo spreekt de Heer die ons geschapen heeft:
Wat durft dat volk Mij nog te vragen.
Dat volk dat vast, maar toch in tweedracht leeft,
wat durft dat volk Mij nog te vragen.
Die in zak en as gezeten
twistend mijn gebod vergeten,
denkt gij, dat ik om dat vasten geef?
Mijn volk, wat durft gij Mij te vragen.
2 Zo spreekt de God die alles weet en ziet:
Ik durf uw vasten niet vertrouwen.
Als gij de zwervers niet uw woning biedt
durf Ik uw vasten niet vertrouwen.
Schenk uw brood aan de geboeiden
schenk uw troost aan de vermoeiden.
Anders hoor Ik naar uw smeken niet,
en durf uw vasten niet vertrouwen.
4 En Jezus zegt: Mensen, verdraag elkaar,
en Jezus’ woord zal ons bevrijden.
Vergeet uzelf en dien elkander maar
– en Jezus’ woord zal ons bevrijden.
Aan elkander prijsgegeven
vindt gij honderdvoudig leven.
Jezus zegt: Mensen, bemin elkaar.
En Jezus’ woord zal ons bevrijden.
TWEEDE LEZING Mattheus 5: 17 - 26
ZINGEN 338b
Halleluja, halleluja, halleluja.
UITLEG EN VERKONDIGING
ORGELSPEL
ZINGEN 316 : 4
4 Het woord van liefde, vrede en recht
is in uw eigen mond gelegd,
is in uw eigen hart geschreven.
Rondom u klinkt de stem van God:
vrijspraak, vertroosting en gebod,
vlak vóór u ligt de weg ten leven.
GEBEDEN
Dankgebed Voorbeden
(kinderen komen terug)
Tafelgebed
ONZE VADER Oecumenische versie:
Onze Vader die in de hemel is,
Uw naam worde geheiligd,
Uw koninkrijk kome,
Uw wil geschiede
Op aarde zoals in de hemel,
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij onze schuldenaars vergeven.
En leid ons niet in verzoeking.
maar verlos ons van het boze,
want van U is het Koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid
in eeuwigheid, Amen
Vredegroet
Delen Brood en Wijn, ondertussen wordt gezongen
Lied 975: 1,3 en 4
1 Jezus roept hier mensen samen
die in woord, gebed en lied
Gods aanwezigheid beamen,
geen belofte gaat teniet.
Prijs nu God, die goed en trouw is,
prijs de Zoon, die mensen kent,
prijs de Geest die als de Trooster
zich naar ons heeft toegewend.
3 Jezus roept ons tot de ander,
zo verschillend als wij zijn,
ras of huidskleur, rangen, standen -
Jezus trekt geen scheidingslijn.
Ga met vrienden en met vreemden,
ga met mensen, groot en klein,
ga met zaligen en zoekers,
die op zoek naar waarheid zijn.
4 Jezus roept ons tot zijn tafel,
breed en wereldwijd gedekt,
waar de kerk bezit haar aardse
hemelse ontmoetingsplek.
Deel dan brood en wijn, zijn lichaam,
deel het lied van liefde weer,
deel het feest voor heilige zondaars,
wees te gast bij God de Heer.
Dankgebed
ZINGEN Slotlied 221
1 Zo vriendelijk en veilig als het licht,
zo als een mantel om mij heen geslagen,
zo is mijn God, ik zoek zijn aangezicht,
ik roep zijn naam, bestorm Hem met mijn vragen,
dat Hij mij maakt, dat Hij mijn wezen richt.
Wil mij behoeden en op handen dragen.
2 Want waar ben ik, als Gij niet wijd en zijd
waakt over mij en over al mijn gangen.
Wie zou ik worden, waart Gij niet bereid
om, als ik val, mij telkens op te vangen.
Ik leef niet echt, als Gij niet met mij zijt.
Ik moet in lief en leed naar U verlangen.
3 Spreek Gij het woord dat mij vertroosting geeft,
dat mij bevrijdt en opneemt in uw vrede.
Ontsteek die vreugde die geen einde heeft,
wil alle liefde aan uw mens besteden.
Wees Gij vandaag mijn brood, zowaar Gij leeft –
Gij zijt toch zelf de ziel van mijn gebeden.
ZEGEN EN ZENDING
Afgesloten met 431b A- - -men
ORGELSPEL Aan de uitgangen vindt u gelegenheid uw gaven te geven.
| terug
|
|
|
|
|
|