|
|
liturgie Eerste Paasdag 17 april 2022
liturgie Eerste Paasdag 17 april 2022
Voorganger: ds. Hubertien Oostdijk
Organist: Bram van Oort
m.m.v. de cantorij
Orgelspel
Welkom
Zingen: cantorij zingt 98a, we zingen 98: 1 en 4,
98 a cantorij
Zing een nieuw lied voor God de Here, zing,
zing de Heer, zing, zing de Heer.
1 Zing een nieuw lied voor God de Here,
want Hij bracht wonderen tot stand.
Wij zien Hem heerlijk triomferen
met opgeheven rechterhand.
Zing voor de Heer, Hij openbaarde
bevrijdend heil en bindend recht
voor alle volkeren op aarde.
Hij doet zoals Hij heeft gezegd.
4 Laat alle zeeën, alle landen
Hem prijzen met een blij geluid.
Rivieren klappen in de handen,
de bergen jubelen het uit.
Hij komt, Hij komt de aarde richten,
Hij komt, o volken wees verblijd,
Hij komt zijn koninkrijk hier stichten,
zijn heil en zijn gerechtigheid.
cantorij zingt 98a
Bemoediging en groet
V: Onze hulp is in de Naam van de Heer,
G: DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT,
V: die trouw blijft tot in eeuwigheid
G: EN NOOIT LOSLAAT WAT ZIJN HAND BEGON.
V: Genade, barmhartigheid en vrede zij U van God onze Vader van Jezus Christus de Heer en van de Heilige Geest.
G: AMEN
Aandacht voor de kinderen afgesloten met het projectlied ‘Jezus is de morgenster’ ( Zie bijlage )
Kyriegebed afgesloten met kyrie eleison: Kyrie eleison. Christe eleison. Kyrie eleison.
Glorialied: 624
1 Christus, onze Heer, verrees, halleluja!
Heil'ge dag na angst en vrees, halleluja!
Die verhoogd werd aan het kruis, halleluja,
bracht ons in Gods vrijheid thuis, halleluja!
2 Prijs nu Christus in ons lied, halleluja,
die in heerlijkheid gebiedt, halleluja,
die aanvaardde kruis en graf, halleluja,
dat Hij zondaars ’t leven gaf, halleluja!
3 Maar zijn lijden en zijn strijd, halleluja,
heeft verzoening ons bereid, halleluja!
Nu is Hij der heem'len Heer, halleluja!
Eng'len jub'len Hem ter eer, halleluja!
Gebed opening Schrift
Lied 642: 1 allen, 2 m, 3 v, 4 allen, 5 m, 6 v, 7 en 8 allen
1 Ik zeg het allen, dat Hij leeft,
dat Hij is opgestaan,
dat met zijn Geest Hij ons omgeeft
waar wij ook staan of gaan.
2 Ik zeg het allen, en de mond
van allen zegt het voort,
tot over ’t ganse wereldrond
de nieuwe morgen gloort.
3 Nu schijnt ons deze wereld pas
der mensen vaderland:
een leven dat verborgen was
ontvangen we uit zijn hand.
4 Ten onder ging de sterke dood,
ten onder in de vloed;
nu straalt ons in het morgenrood
zijn toekomst tegemoet.
5 De donkere weg die Hij betrad
komt uit in ’t hemelrijk,
en wie Hem volgen op dat pad,
worden aan Hem gelijk.
6 Wees nu, wie rouw draagt, eens voor al
getroost en wanhoop niet:
een weerzien zonder einde zal
verzoeten uw verdriet.
7 Nu is op aard geen goede daad
meer tevergeefs gedaan,
want wat gij goed doet is als zaad,
dat heerlijk op zal gaan.
8 ’t Is feest, omdat Hij bij ons is,
de Heer die eeuwig leeft
en die in zijn verrijzenis
alles herschapen heeft.
LEZING Johannes 20:1-18
Lied 626: 1 en 2 cantorij, 3 en 4 gemeente, 5 en 6 cantorij, 7 en 8 gemeente
1 Ik zoek mijn Heer, het graf is leeg,
de lente bloeit maar antwoordt niet.
Er is geen troost voor mijn verdriet:
de Heer is weg!
2 Wie ik ontmoette sprak ik aan,
de eng'len wenkten bij het graf,
maar niemand die mij antwoord gaf.
Waar is Hij dan?
3 Daar komt een man. De hovenier!
– mijn ogen zijn van tranen blind –
‘Wijs mij de plaats, waar ik Hem vind.
Hij is niet hier.’
4 ‘Maria!’ zegt Hij, en terstond,
ik zag Hem niet, maar aan zijn stem,
dezelfde steeds, herkend' ik Hem,
toen Hij mij vond.
5 Nu weet ik het, ik zie Hem staan
en nader Hem. Ik heb Hem weer!
Hij antwoordt mij, in zacht verweer:
‘Raak Mij niet aan!
6 Ik ben er niet voor u alleen,
mijn and're broeders zijn er nog,
reeds vaar ik op tot God omhoog.
Ga! Zeg het hun!’
7 Getroost, gehoorzaam, ging ik heen
en bracht de boodschap rond met spoed:
Hij zocht en kende mij voorgoed,
en iedereen!
8 De Heer is waarlijk opgestaan!
Dat weten wij, dat zingen wij.
Hij leeft! Hij komt tot u en mij:
Hij raakt ons aan!
Wij gaan weer zitten
Verkondiging
Orgelspel: ‘De eerste dag der Week’ – W. Van der Wilt
Lied 604 cantorij
1 De eerste dag der week,
de wereld is begonnen.
De baaierd raakt van streek,
de hemel staat vol zonnen.
Wat ons het oog bericht
staat in ons hart te lezen.
Wij zien het levenslicht,
nu Christus is verrezen, verrezen,
verrezen, verrezen.
2 Het water van de vloed
stond ons al aan de lippen,
het wrakhout van de moed
brak krakend op de klippen,
toen steeg de vogel hoop
op vleugels hooggeprezen;
wij vieren onze doop
nu Christus is verrezen, verrezen,
verrezen, verrezen.
3 Wij delen brood en wijn.
Al waren onze zonden
zo rood als karmozijn,
ons beeld blijft ongeschonden.
Het graf, de moederschoot
zal niet het einde wezen.
Wij leven uit de dood
nu Christus is verrezen, verrezen,
verrezen, verrezen.
Dank en voorbeden
Onze Vader die in de hemel is,
Uw naam worde geheiligd,
Uw koninkrijk kome,
Uw wil geschiede
Op aarde zoals in de hemel,
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij onze schuldenaars vergeven.
En leidt ons niet in verzoeking.
maar verlos ons van het boze,
want van U is het Koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid
in eeuwigheid, Amen
Kinderen komen terug
Slotlied 634:2
2 Licht moge stralen in de duisternis,
nieuwe vrede dalen waar geen hoop meer is.
Geef ons dan te leven in het nieuwe licht,
wil het woord ons geven dat hier vrede sticht:
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, U zij alle eer!
Zegen
Lied 634:1
1 U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, U zij alle eer!
Alle mens'lijk lijden hebt Gij ondergaan
om ons te bevrijden tot een nieuw bestaan:
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, U zij alle eer!
| terug
|
|
|
|
|
|