|
|
Liturgie 20 oktober 2024
Liturgie 20 oktober 2024
Gezamenlijke viering
‘Zien we het wel?’
Dienst 20 okt. 2024 om 10.00 uur in de Remigiuskerk in Steenderen
Organist: Bram van Oort
Voorgangers: Maria Schotman en
Hubertien Oostdijk
m.m.v. cantorij
ORGELSPEL
WELKOM EN MEDEDELINGEN
Wij gaan staan
Lied 139: 1, 9 en 14
1 Heer, die mij ziet zoals ik ben,
dieper dan ik mijzelf ooit ken,
kent Gij mij, Gij weet waar ik ga,
Gij volgt mij waar ik zit of sta.
Wat mij ten diepste houdt bewogen,
’t ligt alles open voor uw ogen.
9 Gij zijt mij overal nabij,
uw ogen waken over mij
van toen ik vormloos ben ontstaan.
Gij wist hoe het zou verder gaan.
Ja, in uw boek stond reeds te lezen,
wat eens mijn levensweg zou wezen.
14 Doorgrond, o God, mijn hart; het ligt
toch open voor uw aangezicht.
Toets mij of niet een weg in mij
mij schaadt en leidt aan U voorbij.
O God, houd mij geheel omgeven,
en leid mij op de weg ten leven.
EEN MOMENT VAN STILTE
BEMOEDIGING EN GROET
V: Onze hulp is in de Naam van de Heer,
G: DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT,
V: die trouw blijft tot in eeuwigheid
G: EN NOOIT LOSLAAT WAT ZIJN HAND BEGON.
V: Genade, barmhartigheid en vrede zij U van God onze Vader van Jezus Christus de Heer en van de Heilige Geest.
G: AMEN
Inleiding op de dienst
Moment van aandacht voor de kinderen
Lied EL 398 ‘Handen heb je om te geven’
1 Handen heb je om te geven
van je eigen overvloed
en een hart om te vergeven
wat een ander jou misdoet.
refrein:
Open uw oren om te horen
open uw hart voor alleman.
2 Ogen heb je om te zoeken
naar wat mensen nog ontbreekt
en een hart om uit te zeggen
wat een ander moed inspreekt.
refrein
5 Oren heb je om te horen
naar de mens die vrede is
en een hart om te geloven
in zijn God die liefde is
refrein
Kinderen gaan naar hun eigen ruimte
Wij gaan zitten
KYRIEGEBED
Afgesloten met: Kyrie
Heer, ontferm U over ons
Christus, ontferm U over ons
Heer, ontferm U over ons
Lied 136: 1, 2, 3, 11, 12 en 13
1 Loof de Heer, want Hij is goed,
trouw in alles wat Hij doet.
Want zijn goedertierenheid
zal bestaan in eeuwigheid.
2 Geef de God der goden eer,
jubel voor der heren Heer.
Hij doet wonderen, Hij alleen
trouw door alle tijden heen.
3 Loof Hem die de hemel schiep,
zijn verstand is grondloos diep.
Hij bereidde zee en land.
Eeuwig houdt zijn liefde stand.
11 Loof de Heer, die in de nacht
der vernedering aan ons dacht,
die de tirannie verdrijft
door zijn gunst die eeuwig blijft.
12 Loof de Heer, die al wat leeft
dagelijks zijn spijze geeft,
die ons laaft en die ons voedt.
Eeuwig is Hij trouw en goed.
13 Aan de God des hemels zij
eer en dank en heerschappij,
want zijn goedertierenheid
zal bestaan in eeuwigheid.
Gebed opening Schrift
EERSTE LEZING Psalm 10
Waar bent u, Heer?
1Waarom bent u zo ver weg, Heer?
Waarom verbergt u zich in moeilijke tijden?
2Mensen die u niet trouw zijn,
onderdrukken mensen zonder macht.
Heer, laat slechte mensen zelf de pijn voelen
die ze anderen aandoen!
Niemand is veilig voor slechte mensen
3Slechte mensen vinden zichzelf geweldig.
Ze zijn trots op hun rijkdom,
maar ze zijn rijk geworden door te stelen.
Intussen vervloeken ze de Heer,
ze zeggen: ‘Ik heb God niet nodig.’
4Slechte mensen vinden zichzelf geweldig.
Ze denken: Er is geen God,
dus hij kan me ook niet straffen.
5Alles wat ze doen, gaat goed. 6
Gods oordeel vinden ze niet belangrijk,
en ze lachen om kritiek van andere mensen.
6Ze denken: Ik ben sterk,
er zal met mij niets ergs gebeuren, nooit.
7Ze liegen en bedriegen,
ze zijn oneerlijk en gemeen.
11Slechte mensen denken:
God let niet op.
Hij kijkt niet, hij ziet niets.
De Heer helpt altijd
12Kom, Heer, en help!
Vergeet zwakke en arme mensen niet.
13Hoe kan het toch
dat slechte mensen geen eerbied voor u hebben?
Hoe kan het toch dat ze zeggen:
‘God straft ons niet’?
14Maar u bent niet blind, God.
U ziet alle ellende en al het verdriet,
en u wilt altijd helpen.
U bent een steun voor mensen zonder macht,
u beschermt mensen voor wie niemand zorgt.
15Stop de macht van slechte mensen.
Straf hen, totdat er geen kwaad meer is.
16Want u bent koning voor eeuwig en altijd.
Mensen die u niet willen dienen,
jaagt u weg uit uw land.
17Heer, u hoort wat arme mensen vragen.
U hoort ze, u geeft ze kracht.
18U beschermt mensen die onderdrukt worden,
u helpt mensen voor wie niemand zorgt.
Niemand kan hen uit uw land wegjagen.
Lied 992: 1 en 3 Cantorij 2 en 4 Allen
1 Wat vraagt de Heer nog meer van ons
dan dat wij recht doen / en trouw zijn
en wandelen op zijn weg?
2 Wat vraagt de aarde meer van ons
dan dat wij dienen / en hoeden
als mensen naar Gods beeld?
3 Wat vragen mensen meer van ons
dan dat wij breken / en delen
als ons is voorgedaan?
8
4 Het is de Geest die ons beweegt
dat wij Gods wil doen / en omzien
naar alles wat er leeft.
Wij gaan staan
TWEEDE LEZING Lucas 19: 1 - 10
Lied: 339a
U komt de lof toe, U het gezang,
U alle glorie, o Vader, o Zoon, o heilige Geest
in alle eeuwen der eeuwen.
Wij gaan weer zitten
VERKONDIGING
ORGELSPEL
Lied 973: 1 en 3 Cantorij 2 en 4 Allen
Cantorij
1 Om voor elkaar te zijn uw oog en oor,
te zien wie niet gezien wordt, niet gehoord,
en op te vangen wie zijn thuis verloor,
halleluja,
Allen
2 om voor elkaar te zijn uw hand en voet,
te helpen wie geen helper had ontmoet:
wie dorst of hongert wordt getroost, gevoed,
halleluja,
Cantorij
3 om voor elkaar te zijn uw hart en mond,
om op te komen voor wie is verstomd,
voor wie gevangen zit of is gewond, halleluja,
Allen
4 roept U ons, Christus, uw gezicht te zijn,
gerechtigheid en vrede, brood en wijn,
uw liefde, hoop, geloof – uw zonneschijn.
Halleluja!
GEBEDEN Dankgebed
Voorbeden
Stil gebed
Cantorij zingt een Onze Vader, 1006
1 Onze Vader in de hemel,
U staat zorgzaam om ons heen.
Geef dat alle mensen weten:
zoals U is er maar één.
Doe ons telkens weer geloven
in een wereld zonder pijn,
in uw rijk dat eens zal komen
en dat soms te zien kan zijn.
Help ons samen goed te leven
en te doen wat U graag wilt.
Geef ons elke dag te eten
tot de honger is gestild.
En vergeef ons wat we fout doen,
net als wij niet blijven staan
bij de fouten van een ander,
maar weer samen verder gaan.
Help ons om te zien wat goed is
en wat slecht is, boos of naar.
Geef dat wij het juiste kiezen,
dat we goed zijn voor elkaar.
Onze Vader, wij geloven,
dat U onze wereld leidt.
Met uw licht helpt U ons verder.
Hier en nu en straks. Altijd.
Amen. Amen.
Kinderen komen terug en vertellen wat ze gedaan/gemaakt hebben
Wij gaan staan
Slotlied 1001
1 De wijze woorden en het groot vertoon,
de goede sier van goede werken,
de ijdelheden op hun pauwentroon,
de luchtkastelen van de sterken:
al wat hoog staat aangeschreven
zal Gods woord niet overleven;
Hij wiens kracht in onze zwakheid woont
beschaamt de ogen van de sterken.
2 Zijn woord wil deze wereld omgekeerd:
dat lachen zullen zij die wenen,
dat wonen zal wie hier geen woonplaats heeft,
dat dorst en honger zijn verdwenen –
de onvruchtbare zal vruchtbaar zijn,
die geen vader was, zal vader zijn;
mensen zullen andere mensen zijn,
de bierkaai wordt een stad van vrede.
3 Wie denken durft, dat deze droom het houdt,
een vlam die kwijnt maar niet zal doven,
wie zich aan deze dwaasheid toevertrouwt,
al komt de onderste steen boven:
die zal kreunen onder zorgen,
die zal vechten in ’t verborgen,
die zal waken tot de morgen dauwt –
die zal zijn ogen niet geloven.
ZEGEN EN ZENDING
Afgesloten met 431c
A -- men A -- men A -- men
ORGELSPEL
Uitgangscollecte: Dorpshuis de Kei
Gezamenlijke viering
‘Zien we het wel?’
Dienst 20 okt. 2024 om 10.00 uur in de Remigiuskerk in Steenderen
Organist: Bram van Oort
Voorgangers: Maria Schotman en
Hubertien Oostdijk
m.m.v. cantorij
ORGELSPEL
WELKOM EN MEDEDELINGEN
Wij gaan staan
Lied 139: 1, 9 en 14
1 Heer, die mij ziet zoals ik ben,
dieper dan ik mijzelf ooit ken,
kent Gij mij, Gij weet waar ik ga,
Gij volgt mij waar ik zit of sta.
Wat mij ten diepste houdt bewogen,
’t ligt alles open voor uw ogen.
9 Gij zijt mij overal nabij,
uw ogen waken over mij
van toen ik vormloos ben ontstaan.
Gij wist hoe het zou verder gaan.
Ja, in uw boek stond reeds te lezen,
wat eens mijn levensweg zou wezen.
14 Doorgrond, o God, mijn hart; het ligt
toch open voor uw aangezicht.
Toets mij of niet een weg in mij
mij schaadt en leidt aan U voorbij.
O God, houd mij geheel omgeven,
en leid mij op de weg ten leven.
EEN MOMENT VAN STILTE
BEMOEDIGING EN GROET
V: Onze hulp is in de Naam van de Heer,
G: DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT,
V: die trouw blijft tot in eeuwigheid
G: EN NOOIT LOSLAAT WAT ZIJN HAND BEGON.
V: Genade, barmhartigheid en vrede zij U van God onze Vader van Jezus Christus de Heer en van de Heilige Geest.
G: AMEN
Inleiding op de dienst
Moment van aandacht voor de kinderen
Lied EL 398 ‘Handen heb je om te geven’
1 Handen heb je om te geven
van je eigen overvloed
en een hart om te vergeven
wat een ander jou misdoet.
refrein:
Open uw oren om te horen
open uw hart voor alleman.
2 Ogen heb je om te zoeken
naar wat mensen nog ontbreekt
en een hart om uit te zeggen
wat een ander moed inspreekt.
refrein
5 Oren heb je om te horen
naar de mens die vrede is
en een hart om te geloven
in zijn God die liefde is
refrein
Kinderen gaan naar hun eigen ruimte
Wij gaan zitten
KYRIEGEBED
Afgesloten met: Kyrie
Heer, ontferm U over ons
Christus, ontferm U over ons
Heer, ontferm U over ons
Lied 136: 1, 2, 3, 11, 12 en 13
1 Loof de Heer, want Hij is goed,
trouw in alles wat Hij doet.
Want zijn goedertierenheid
zal bestaan in eeuwigheid.
2 Geef de God der goden eer,
jubel voor der heren Heer.
Hij doet wonderen, Hij alleen
trouw door alle tijden heen.
3 Loof Hem die de hemel schiep,
zijn verstand is grondloos diep.
Hij bereidde zee en land.
Eeuwig houdt zijn liefde stand.
11 Loof de Heer, die in de nacht
der vernedering aan ons dacht,
die de tirannie verdrijft
door zijn gunst die eeuwig blijft.
12 Loof de Heer, die al wat leeft
dagelijks zijn spijze geeft,
die ons laaft en die ons voedt.
Eeuwig is Hij trouw en goed.
13 Aan de God des hemels zij
eer en dank en heerschappij,
want zijn goedertierenheid
zal bestaan in eeuwigheid.
Gebed opening Schrift
EERSTE LEZING Psalm 10
Waar bent u, Heer?
1Waarom bent u zo ver weg, Heer?
Waarom verbergt u zich in moeilijke tijden?
2Mensen die u niet trouw zijn,
onderdrukken mensen zonder macht.
Heer, laat slechte mensen zelf de pijn voelen
die ze anderen aandoen!
Niemand is veilig voor slechte mensen
3Slechte mensen vinden zichzelf geweldig.
Ze zijn trots op hun rijkdom,
maar ze zijn rijk geworden door te stelen.
Intussen vervloeken ze de Heer,
ze zeggen: ‘Ik heb God niet nodig.’
4Slechte mensen vinden zichzelf geweldig.
Ze denken: Er is geen God,
dus hij kan me ook niet straffen.
5Alles wat ze doen, gaat goed. 6
Gods oordeel vinden ze niet belangrijk,
en ze lachen om kritiek van andere mensen.
6Ze denken: Ik ben sterk,
er zal met mij niets ergs gebeuren, nooit.
7Ze liegen en bedriegen,
ze zijn oneerlijk en gemeen.
11Slechte mensen denken:
God let niet op.
Hij kijkt niet, hij ziet niets.
De Heer helpt altijd
12Kom, Heer, en help!
Vergeet zwakke en arme mensen niet.
13Hoe kan het toch
dat slechte mensen geen eerbied voor u hebben?
Hoe kan het toch dat ze zeggen:
‘God straft ons niet’?
14Maar u bent niet blind, God.
U ziet alle ellende en al het verdriet,
en u wilt altijd helpen.
U bent een steun voor mensen zonder macht,
u beschermt mensen voor wie niemand zorgt.
15Stop de macht van slechte mensen.
Straf hen, totdat er geen kwaad meer is.
16Want u bent koning voor eeuwig en altijd.
Mensen die u niet willen dienen,
jaagt u weg uit uw land.
17Heer, u hoort wat arme mensen vragen.
U hoort ze, u geeft ze kracht.
18U beschermt mensen die onderdrukt worden,
u helpt mensen voor wie niemand zorgt.
Niemand kan hen uit uw land wegjagen.
Lied 992: 1 en 3 Cantorij 2 en 4 Allen
1 Wat vraagt de Heer nog meer van ons
dan dat wij recht doen / en trouw zijn
en wandelen op zijn weg?
2 Wat vraagt de aarde meer van ons
dan dat wij dienen / en hoeden
als mensen naar Gods beeld?
3 Wat vragen mensen meer van ons
dan dat wij breken / en delen
als ons is voorgedaan?
8
4 Het is de Geest die ons beweegt
dat wij Gods wil doen / en omzien
naar alles wat er leeft.
Wij gaan staan
TWEEDE LEZING Lucas 19: 1 - 10
Lied: 339a
U komt de lof toe, U het gezang,
U alle glorie, o Vader, o Zoon, o heilige Geest
in alle eeuwen der eeuwen.
Wij gaan weer zitten
VERKONDIGING
ORGELSPEL
Lied 973: 1 en 3 Cantorij 2 en 4 Allen
Cantorij
1 Om voor elkaar te zijn uw oog en oor,
te zien wie niet gezien wordt, niet gehoord,
en op te vangen wie zijn thuis verloor,
halleluja,
Allen
2 om voor elkaar te zijn uw hand en voet,
te helpen wie geen helper had ontmoet:
wie dorst of hongert wordt getroost, gevoed,
halleluja,
Cantorij
3 om voor elkaar te zijn uw hart en mond,
om op te komen voor wie is verstomd,
voor wie gevangen zit of is gewond, halleluja,
Allen
4 roept U ons, Christus, uw gezicht te zijn,
gerechtigheid en vrede, brood en wijn,
uw liefde, hoop, geloof – uw zonneschijn.
Halleluja!
GEBEDEN Dankgebed
Voorbeden
Stil gebed
Cantorij zingt een Onze Vader, 1006
1 Onze Vader in de hemel,
U staat zorgzaam om ons heen.
Geef dat alle mensen weten:
zoals U is er maar één.
Doe ons telkens weer geloven
in een wereld zonder pijn,
in uw rijk dat eens zal komen
en dat soms te zien kan zijn.
Help ons samen goed te leven
en te doen wat U graag wilt.
Geef ons elke dag te eten
tot de honger is gestild.
En vergeef ons wat we fout doen,
net als wij niet blijven staan
bij de fouten van een ander,
maar weer samen verder gaan.
Help ons om te zien wat goed is
en wat slecht is, boos of naar.
Geef dat wij het juiste kiezen,
dat we goed zijn voor elkaar.
Onze Vader, wij geloven,
dat U onze wereld leidt.
Met uw licht helpt U ons verder.
Hier en nu en straks. Altijd.
Amen. Amen.
Kinderen komen terug en vertellen wat ze gedaan/gemaakt hebben
Wij gaan staan
Slotlied 1001
1 De wijze woorden en het groot vertoon,
de goede sier van goede werken,
de ijdelheden op hun pauwentroon,
de luchtkastelen van de sterken:
al wat hoog staat aangeschreven
zal Gods woord niet overleven;
Hij wiens kracht in onze zwakheid woont
beschaamt de ogen van de sterken.
2 Zijn woord wil deze wereld omgekeerd:
dat lachen zullen zij die wenen,
dat wonen zal wie hier geen woonplaats heeft,
dat dorst en honger zijn verdwenen –
de onvruchtbare zal vruchtbaar zijn,
die geen vader was, zal vader zijn;
mensen zullen andere mensen zijn,
de bierkaai wordt een stad van vrede.
3 Wie denken durft, dat deze droom het houdt,
een vlam die kwijnt maar niet zal doven,
wie zich aan deze dwaasheid toevertrouwt,
al komt de onderste steen boven:
die zal kreunen onder zorgen,
die zal vechten in ’t verborgen,
die zal waken tot de morgen dauwt –
die zal zijn ogen niet geloven.
ZEGEN EN ZENDING
Afgesloten met 431c
A -- men A -- men A -- men
ORGELSPEL
Uitgangscollecte: Dorpshuis de Kei
| terug
|
|
|
|
|
|