|
|
Liturgie Biddag Gewas en Arbeid 13 maart 2024
Liturgie Biddag Gewas en Arbeid 13 maart 2024
Biddag voor Gewas en Arbeid
woensdag 13 maart 2024, 19.30 uur in Het Anker
m.m.v. ds. Hubertien Oostdijk, het team van het Kerkgebed, piano Derk-Jan Terpstra; dwarsfluit Marion Knol en leden van Full House
De paaskaars brandt
Pianospel door Derk-Jan Terpstra
Zingen: Lied 23c
1.Mijn God, mijn herder, zorgt voor mij,
wijst mij een groene streek;
daar rust ik aan een stille stroom
en niets dat mij ontbreekt.
2.Hij geeft mijn ziel weer nieuwe kracht,
doet mij zijn wegen gaan,
de paden van gerechtigheid,
ter ere van zijn naam.
3.Al moet ik door het doodsravijn,
U gaat steeds aan mijn zij.
Ik vrees geen kwaad, uw herdersstaf
geeft steun en veiligheid.
4.Terwijl de vijand toe moet zien,
maakt U mijn tafel klaar.
U vult mijn beker,
zalft mijn hoofd,
en redt mij in gevaar.
5.Uw trouw en goedheid volgen mij,
uw liefde, dag aan dag;
en wonen zal ik in Gods huis
zo lang ik leven mag.
Een moment van stilte
Bemoediging en groet:
v.: Onze hulp is van de Heer
a.: die hemel en aarde gemaakt heeft.
v.: Wij danken U voor deze aarde
waarop wij mogen wonen.
a.: Als uw tuin mogen wij haar
bewerken en bewaren:
een wereld voor mensen en dieren.
v.: Wij danken U voor deze aarde,
zo groot en wijd en prachtig om te zien.
a.: Wij mogen wonen in de wijde ruimte
van uw heerlijkheid.
v.: Daarvoor danken wij U, God.
a.: Amen
Gedicht: Wij komen Heer tot u (tekst: Ina van der Welle)
Wij komen Heer tot U
en vragen om uw zegen,
voor arbeid die ik doe,
wilt U de krachten geven.
Wij komen Heer tot U
en vragen om uw zegen,
voor alles wat ik zaai,
wilt U de groeikracht geven.
Wij komen Heer tot U
en vragen om uw zegen,
voor alles wat ik maai,
wilt U de rijpheid geven.
Wij komen Heer tot U
en vragen om uw zegen,
voor woorden die ik spreek,
wilt U open harten geven.
Wij komen Heer tot U
en vragen om uw zegen,
voor liefde die ik geef
aan al die zonder leven.
Wij komen Heer tot U
en vragen om uw zegen
dat 'k vruchtbaar in uw dienst
tot eer van U mag leven.
Gebed voor Biddag 2024
Dank, Here God, voor uw woord,
voor de mogelijkheid die we hebben om te communiceren met U.
Voor ontmoeten en spreken.
Geef dat onze verbinding niet verstoord wordt of verbroken.
En dat we ook onze moeite en zorgen, onze woede en worsteling met U kunnen delen.
Dat we kunnen danken, klagen en stil zijn.
Maar ook onze vragen met U delen – tot wie zouden we anders gaan?
Zo vragen, zoeken en kloppen we bij U aan om het goede van u te geven
zodat we gerust kunnen leven.
Dank voor de aarde aan ons toevertrouwd.
Voor alle rijkdommen die de aarde geeft.
Voor de mogelijkheden die we hebben gekregen de aarde te bewerken.
Voor de kennis, de kunde, de ervaring die mensen daarbij inbrengen.
Maar laat ons goede rentmeesters zijn.
Dat we de aarde niet uitputten, vervuilen en opmaken.
Dat we ruimte om te leven bewaren voor iedereen.
Dat we eten drinken kunnen delen met ieder die honger en dorst heeft.
We bidden U voor boeren, tuinders, kwekers en vissers.
Dat ze eerlijke prijzen krijgen voor hun producten.
Dat recht zal worden gedaan met eerlijke regelgeving.
We bidden U voor ieder die de handen uit de mouwen steekt of hersens gebruikt bij de arbeid.
In kantoor, fabriek, zorginstelling of waar dan ook.
Laat het werk dienstbaar zijn aan de samenleving, aan de aarde en al die daar leeft.
Laat ons met z’n allen mogen genieten van het goede dat U met ons deelt.
Ook al is het een stukje brood en een slokje wijn.
Blijf met ons verbonden, dag in dag uit, de nachten door.
Lezing: Ezechiel 34:25-27 en 29-31
Ik, de Heer, zal een vredesverbond sluiten, Ik zal het land vrij van wilde dieren maken, zodat ze zelfs in de woestijn veilig kunnen wonen en in de bossen onbezorgd kunnen slapen. Ik zal mijn schapen en het land rondom mijn heuvel zegenen, en ik zal de regen op gezette tijden doen neerdalen. Het zal regen zijn die zegen geeft. De bomen zullen vrucht dragen, de akkers zullen een goede opbrengst geven en zij zullen veilig wonen in hun land. Ik zal akkers voor ze aanleggen die geroemd zullen worden, in het hele land zal niemand meer van honger omkomen. Ze zullen beseffen dat Ik, de Heer, hun God, bij hen ben en dat zij, het volk van Israël, mijn volk zijn – spreekt God, de Heer. Jullie zijn mijn schapen, de schapen die Ik weid; jullie zijn mijn mensen en Ik ben jullie God – zo spreekt God, de Heer.
Lezing: naar Psalm 23
De Here is mijn Herder,
dus heb ik alles wat ik nodig heb!
Hij laat mij uitrusten in een groene weide
en wijst mij de weg langs kabbelende beekjes.
Hij verfrist mijn innerlijk
en leidt mij op de weg waar recht geldt,
tot eer van zijn naam.
Zelfs als ik door een donker dal moet lopen,
ben ik niet bang, want U bent dicht bij mij.
Uw herdersstaf beschermt mij
en begeleidt mij heel de weg.
U bereidt een feestmaal voor mij,
waar mijn vijanden bij zijn.
U zalft mijn hoofd,
als bij een persoonlijke gast,
mijn beker vloeit over van uw zegen!
Uw goedheid, liefde en trouw mag ik ervaren
en daarna mag ik voor eeuwig bij U wonen in uw huis.
Overweging
Lied: Full House zingt Lied 982
1.In de bloembol is de krokus,
in de pit de appelboom,
in de pop huist een belofte:
vlinders fladderen straks rond.
In de koude van de winter
groeit de lente ondergronds,
nog verborgen tot het uitkomt,
God ziet naar de schepping om.
2.Elke stilte kent zijn zingen,
zoekt een woord en melodie,
ieder duister wacht een morgen
in dat licht is alles nieuw.
Het verleden bergt de toekomst,
wat die brengt, je weet het niet,
nog verborgen tot het uitkomt,
God alleen herschept en ziet.
3.In ons einde is de aanvang,
in de tijd oneindigheid,
in de twijfel ligt geloven,
in ons leven eeuwigheid,
in de dood het nieuwe leven,
overwonnen alle strijd,
nog verborgen tot het uitkomt,
God alleen herkent die tijd.
De gebedenboom
Korte toelichting op de ‘gebedenboom’.
Aanwezigen schrijven een gebed op hun kaartje en hangen dit aan de takken in de boom op.
Met pianospel door Derk-Jan Terpstra.
Zingen: Lied 978
1.Aan U behoort, o Heer der heren,
de aarde met haar wel en wee,
de steile bergen, koele meren,
het vaste land, de onzekere zee.
Van U getuigen dag en nacht.
Gij hebt ze heerlijk voortgebracht.
2.Gij roept het jonge leven wakker,
een tuin bloeit rond het open graf.
Er ruisen halmen op de akker
waar zich het zaad verloren gaf.
En vele korrels vormen saam
een kostbaar brood in uwe naam.
3.Gij hebt de bloemen op de velden
met koninklijke pracht bekleed.
De zorgeloze vogels melden
dat Gij uw schepping niet vergeet.
’t Is alles een gelijkenis
van meer dan aards geheimenis
4.Laat dan mijn hart U toebehoren
En laat mij door de wereld gaan
Met open ogen, open oren
Om al uw tekens te verstaan.
Dan is het aardse leven goed,
Omdat de hemel mij begroet.
Gebeden
Met verwerking van de intenties.
Stil gebed
Full House zingt Verzameld Liedboek 849: Onze Vader (test: Huub Oosterhuis):
Onze Vader in de hemel,
Uw naam geheiligd, Uw Koninkrijk komend
Uw wil geschiedend, zo moge het zijn,
Op aarde en in de hemel.
Geef ons brood van genade,
Morgen, vandaag nog,
Kwijt onze schulden,
Leer ons vergeven.
Moedig ons aan,
Dat wij voortgaan
Op de weg van het leven.
Gedicht: Wij kunnen wel spitten en planten en ploegen
Wij kunnen wel spitten en planten en ploegen.
Wij kunnen wel eggen en zaaien en zwoegen.
Maar Wie geeft het leven aan 't uitgestrooid zaad?
Slechts Eén is zo machtig, slechts Eén geeft hier raad.
Wij kunnen wel werken en sjouwen en wroeten,
vroeg opstaand de komende dag gaan begroeten.
Maar Wie geeft de warmte voor kiemkracht en groei?
Wie zet onze planten in weelderige bloei?
Wij kunnen wel wijs dit en dat gaan bespreken,
het goed en het kwaad en de vele gebreken.
maar als het ons tegenloopt, Wie helpt ons uit?
Wie vormt dan in 't kort een verstandig besluit?
Wij kunnen niets beginnen zonder God.
Hij is de Heere, en bestuurt ons lot.
Hij geeft de regen en de zonneschijn.
Hij maakt ons water tot een goede wijn.
Laat ons dan tot Hem gaan met onze nood.
Hij vormt uit onze akkers voedzaam brood.
Smeek Hem om hulp, Hij hoort om Christus' wil.
Vertrouw op Hem en wees gerust en stil
Zingen: Slotlied 246b : 1, 2 en 7
1.De maan is opgekomen.
De aarde ligt in dromen.
De nacht is stil en klaar.
De donk’re bossen zwijgen
En van de beemden stijgen
De nevels wit en wonderbaar.
2.De wereld die verstilde
En zich in schemer hulde,
Wordt inniger vertrouwd
En houdt u zo verborgen,
Dat gij verdriet en zorgen
Van heel de dag vergeten zoudt.
7.Laten wij amen zeggen
En ons te slapen leggen.
Kil wordt de avondwind.
God, weer van ons het kwade
En wees in uw genade
Met ieder eenzaam mensenkind.
Zegen
voorafgegaan door: (tekst Otto de Bruijne)
Ploeg onze verlamming om tot moed.
Zaai liefde in de voren van onze angst.
Laat kracht groeien uit onze onmacht.
Oogst toekomst voor ons samen.
Afgesloten met Lied 431C:
Amen, amen, amen
| terug
|
|
|
|
|
|