|
|
Liturgie 8 december 2024
Liturgie 8 december 2024
PROTESTANTSE GEMEENTE
STEENDEREN EN BRONKHORST
Dienst 8 dec. 2024 om 10.00 uur
in de Remigiuskerk in Steenderen
Organist: Teus de Mik
Voorganger: ds. A.J.T. (Thea) Bouwman
ORGELSPEL
WELKOM EN MEDEDELINGEN
Wij gaan staan
Lied 283: 1 en 3
1 In de veelheid van geluiden
In het stormen van de tijd,
Zoeken wij het zachte suizen
Van het woord, dat ons verblijdt.
3 Want wij mensen op de aarde
raken van het duister moe.
Als uw hart ons niet bewaarde
sliepen wij ten dode toe.
EEN MOMENT VAN STILTE
BEMOEDIGING EN GROET
V: Onze hulp is in de Naam van de Heer,
G: DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT,
V: die trouw blijft tot in eeuwigheid
G: EN NOOIT LOSLAAT WAT ZIJN HAND BEGON.
V:. En ik mag ik U groeten van Godswege,
Dat U genade zij, vrede voor jou,
Voor vijand, vriend en vreemdeling,
Van God die ons tot Vader, tot Moeder wil zijn
En van Jezus Christus die Heer is
In eenheid met de Heilige Geest.
G: AMEN
Wij gaan zitten
AANSTEKEN VAN DE ADVENTSKAARSEN
GEDICHT Voorlezen kaarsengedicht
Nu mogen er twee kaarsjes aan, ons wachten wordt beloond.
Het wordt steeds lichter in de kerk, dit huis waarin God woont.
Stapellied:
- Ga je mee op zoek, naar het koningskind
Ga je mee op zoek, want wie zoekt, die vindt.
Ga je mee op zoek naar het koningskind?
Want wie zoekt die vindt!
- Ga je mee op reis? Wie weet lang en ver.
Ga je mee op reis? Kijk, daar is de ster!
Ga je mee op reis? Wie weet lang en ver, kijk daar is de ster!
De kinderen gaan naar de nevendienst.
Lied 489: 1
Komt ons in diepe nacht ter ore:
De morgenster is opgegaan,
Een mensenkind voor ons geboren,
‘God zal ons redden’ is zijn naam.
Open uw hart, geloof uw ogen,
Vertrouw u toe aan wat gij ziet:
Hoe ’t woord van God van alzo hoge
Hier menselijk aan ons geschiedt.
GEBED OM ONTFERMING
[…..]
in Jezus de Christus, uw Zoon ons tot Heer.
Afgesloten met: Kyrie
Heer, ontferm U over ons
Christus, ontferm U over ons
Heer, ontferm U over ons
Lied 489: 2
Geen ander teken ons gegeven
Geen licht in onze duisternis
Dan deze mens om mee te leven
Een God die onze broeder is.
Zing voor uw God, Hij openbaarde
In Jezus zijn menslievendheid.
Zo wordt de wereld nieuwe aarde
En alle vlees aanschouwt het heil.
GEBED VAN DE ZONDAG
Lied 489: 3
Zoals de zon komt met zijn zegen
Een bruidegom van licht en vuur,
zo komt de koning van de vrede,
Voorgoed gekomen is zijn uur.
Hij huwt de mensen aan elkander
Zijn liefde gaat van mond tot mond.
Hij geeft zijn lichaam ons in handen.
Zo leven wij zijn nieuw verbond.
INLEDING OP DE LEZING:
Lied 447: 1
Het zal zijn in het laatste der tijden
Dat de berg van de tempel verheerlijkt zal staan,
Dat de wegen er heen zullen leiden
En de volken der aarde op we zullen gaan
Om de rechten des heren te leren,
Zich tot God en elkaar te bekeren.
EERSTE LEZING Lezing O.T.: Micha 7: 1-7, 18-20 (Lector)
7:1Ongelukkige die ik ben, het is als bij de late oogst, als bij de laatste pluk: geen druiventros meer om van te eten, geen vroege vijg, waarnaar ik smacht. 2
Zij die trouw waren zijn verdwenen uit het land, niemand is nog rechtschapen. Allen zijn op bloed belust, iedereen belaagt zijn naaste. 3Ze bekwamen zich in het kwaad: alleen voor geld stellen leiders een onderzoek in, rechters spreken recht tegen betaling, hooggeplaatsten zeggen wat hun het beste uitkomt, en zo houden zij het recht op afstand. De deugdzaamste van hen is als een doornstruik, de oprechtste is erger dan een stekelhaag. De dag van straf, door uw wachters aangekondigd, is gekomen, en het volk is in beroering. 5Geloof je naaste niet, vertrouw je vriend niet, let op je woorden, ook bij wie er in je armen ligt. 6De zoon veracht zijn vader, de dochter verzet zich tegen haar moeder, de schoondochter tegen haar schoonmoeder, en huisgenoten blijken vijanden.7
Maar ik, ik blijf uitzien naar de HEER, ik blijf hopen op de God die mij redding zal brengen. Hij zal mij horen, mijn God.
……
18 Wie is een God als U, die schuld vergeeft en aan zonde voorbijgaat? U blijft niet woedend op wie er van uw volk nog over zijn; liever toont U hun uw trouw.
Opnieuw zult U zich over ons ontfermen en al onze zonden tenietdoen. Onze zonden werpt U in de diepten van de zee. U bewijst Jakob uw trouw en Abraham uw goedheid, zoals U gezworen hebt aan onze voorouders, in de dagen van weleer.
Lied 447: 2
Als Jeruzalems tinne gaan blinken
En beschamen der bergen en heuvelen trots,
Zal van Sion uit blijde weerklinken
Het bevrijdende woord van het koninkrijk Gods.
Tot bescherming van allen die leven
Staat de wet van Gods heil er geschreven.
Wij gaan staan
TWEEDE LEZING
Lezing N.T.: Mt 1: 18-25 (Lector)
18 De afkomst van Jezus Christus was als volgt. Toen zijn moeder Maria al was uitgehuwelijkt aan Jozef maar nog niet bij hem woonde, bleek ze zwanger te zijn door de heilige Geest. 19Haar man Jozef, die een rechtschapen mens was, wilde haar niet in opspraak brengen en dacht erover haar in stilte te verstoten. Toen hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van de Heer, die zei: ‘Jozef, zoon van David, wees niet bang je vrouw Maria bij je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de heilige Geest. Ze zal een zoon baren. Geef Hem de naam Jezus, want Hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.’ 22Dit alles is gebeurd omdat in vervulling moest gaan wat bij monde van de profeet door de Heer is gezegd: 23
‘De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren, en men zal Hem de naam Immanuel geven,’ wat in onze taal betekent: ‘God is met ons’. 24Jozef werd wakker en deed wat de engel van de Heer hem had opgedragen: hij nam zijn vrouw bij zich, 25maar hij had geen gemeenschap met haar voordat ze haar zoon gebaard had. En hij gaf Hem de naam Jezus.
Lied 447: 3
En een smidse van ’t huis onzes heren
Maakt het zwaard tot een ploegschaar,
de speer tot een zicht.
Niemand zal meer een wapen hanteren;
Maar zij groeten elkaar in het heldere licht
Van de waarheid die eindelijk zal dagen
Over mensen van zijn welbehagen.
Wij gaan weer zitten
UITLEG EN VERKONDIGING
ORGELSPEL
Lied 512: 1, 2 en 5
1 O Jezus, hoe vertrouwd en goed
Klinkt mij uw naam in ’t oor,
Uw naam die mij geloven doet:
Gij gaat mij reddend voor;
2 Uw naam die onze wonden heelt
En ons met manna spijst,
Die onze dood en zonde deelt
En onze vrees verdrijft.
5 Zolang Gij nog onzichtbaar zijt,
Een zon diep in de nacht,
Roep ik uw nadering reeds uit
Omdat ik U verwacht.
GEBEDEN
[…..]
En samen bidden wij
Onze Vader die in de hemelen zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw Koninkrijk kome,
uw wil geschiede,
gelijk in de hemel, alzo ook op aarde,
geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren,
en leid ons niet in verzoeking,
maar verlos ons van de boze,
want van U is het koninkrijk
en de kracht
en de heerlijkheid,
tot in eeuwigheid, Amen.
De Kinderen komen terug uit de nevendienst
Wij gaan staan
Slotlied Lied 425
Vervuld van uw zegen gaan wij onze wegen
van hier, uit dit huis waar uw stem wordt gehoord,
in Christus verbonden, tezamen gezonden
op weg in een wereld die wacht op uw woord.
Om daar in genade uw woorden als zaden
te zaaien tot diep in het donkerste dal,
door liefde gedreven, om wie met ons leven
uw zegen te brengen die vrucht dragen zal.
ZEGEN EN ZENDING
[…..]
In de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest
Afgesloten met 431c
A -- men A -- men A -- men
ORGELSPEL Collecten.
| terug
|
|
|
|
|
|